The day after

Ohayo gozaimasu ofwel goedemorgen. Veel te vroeg wakker geworden in mijn eigen bed met een hoofd vol herinneringen aan een korte maar indrukwekkende studiereis over de ouderenzorg in Japan. Een mooi moment om de belangrijkste indrukken maar eens samen te vatten als mijn huisgenoten nog lekker liggen te slapen.

Wij waren in en om Tokyo en dat is maar een klein stukje van het Keizerrijk. Op het programma stonden drie bezoeken aan huizen van de “Kings Garden” groep. Best bijzonder dat in een land met maar 0,6% christenen juist deze christelijke organisatie de reputatie heeft de beste ouderenzorg te leveren. Het eerste bezoek aan Kings Garden Tsukuba is leerzaam maar geeft ook een inkijkje in de culturele verschillen. De directrice is in de ogen van ons westerlingen afstandelijk en zakelijk. Tijdens de rondleiding door het verpleeghuis en het daarnaast gelegen huis voor mensen met een verstandelijke beperking zie je dat zij vol trots laat zien wat zij hebben opgebouwd. Verhelderende vragen beantwoord zij openhartig en vriendelijk. Als we later onder het genot van een heerlijke lunch doorvragen naar bijvoorbeeld wat de tarieven zijn in om in het huis te kunnen verblijven zie je dat wat zij als impertinente vragen beschouwd op een ontwijkend antwoord kunnen rekenen.  In Japan zijn de vergrijzing en ontgroening nu al op het niveau waarop we in Nederland in 2025 verwachten te zijn. Er moet dus zo is de verwachting met minder mensen voor meer ouderen gezorgd worden. Als je dan bedenkt dat de gemiddelde verblijfsduur in een verpleeghuis daar vier jaar is dan ligt er een enorme opgave. Langer thuis wonen zoals we in Nederland aan het organiseren zijn is nauwelijks een  oplossing in de zeer dicht bevolkte steden waar het woonoppervlak per persoon slechts een fractie is van hier. De Kings Garden groep kiest er voor mensen te zoeken die over de goede karaktereigenschappen beschikken en die op te leiden in plaats van zoeken naar medewerkers die over het vereiste kwalificatie niveau beschikken. Mij valt vooral op dat medewerkers op een vrolijke en speelse manier met de patiënten om gaan. Mogelijk ligt hun kijk op dementie hieraan ten grondslag. Zij zien het meer als een karakterverandering dan als een ziekte en dat vind ik een bijzondere gedachte om nog eens op door te broeden.  Het tweede bezoek aan een verpleeghuis van de Kings Garden groep verloopt openhartiger. De kosten voor een verblijf daar zijn zo’n 300 Euro per cliënt per dag. Dat bedrag komt voor een groot deel uit de zorgverzekering, een klein deel vanuit de gemeente en een deel uit een eigen bijdrage van ongeveer €300,- per maand. Ook Japan kent classificatie systeem  om de zorgzwaarte te bepalen. Wachtlijsten voor een Kings Garden huis kunnen oplopen tot zes jaar en de volgorde van opnemen wordt bepaalt door de urgentie. Ook in Japan stelt de overheid kwaliteitseisen aan de zorg maar die beperken zich eigenlijk alleen tot het aantal medewerkers in dienst in verhouding tot het aantal patiënten. Om meer inhoud te geven aan het begrip kwaliteit kiezen de bezochte huizen er voor om vooral met de eigen medewerkers (wekelijks) te spreken over wat er beter zou kunnen. Mij spreekt dat zeer aan. Niet de kwaliteit door anderen laten voorschrijven maar zelf te blijven bepalen wat goed is en wat beter kan. Zo besloot het team in Nerima de tilliften af te schaffen omdat ze het te onpersoonlijk vonden.

Tijdens ons bezoek aan Kanagawa Welfare Robot zagen wij een elastieken harnas en een exoskelet speciaal bedoeld om de rug van medewerkers te ondersteunen bij tillen en transfers. Ik ben heel nieuwsgierig hoe mijn medewerkers er tegenaan zouden kijken het is immers zo’n andere benadering van het probleem. Natuurlijk was ik ook heel benieuwd naar de toepassing van Robotica en vooral of een robot iets toe zou kunnen voegen. Mijn conclusie is dat ze in Japan veel verder zijn in hun denken over wat je wel en wat je niet door robotica kunt vervangen. Het vrolijke mensachtige en pratende robotje wat wij zagen gebruiken bij een grote groep dagbehandelingspatienten ondersteunde vooral de fysiotherapeut. Er zit een voorgeprogrammeerd oefenprogramma in  die de “warmup” doet de oefeningen en de “cooldown” en deze afwisselt met een vrolijke interactie met de patiënten. Daarnaast is hij/zij uitgerust met een soort “SIRI” zoals op de IPhone. Als de patiënt bijvoorbeeld vraagt wat de weersverwachting is kan deze robot genaamd “Padero” antwoord geven. De toegevoegde waarde zo verteld men ons is dat de voorgeprogrammeerde oefeningen bewezen effectief en verantwoord zijn en dat de therapeut zijn aandacht op de patiënten kan houden.

Nog indrukwekkender wordt het als we op de laatste dag zien hoe elektro stimulatie en een exsoskelet gebruikt worden bij patiënten met een parese. Als directeur van een GRZ instelling besluit ik me daar in de nabije toekomst meer in te verdiepen.

Dan heb ik nog niets gezegd over de ontmoeting met Charlie Tamai directeur van een RIBW achtige instelling met een mooie droom voor een grote groep uit het psychiatrisch ziekenhuis ontslagen mensen maar daarover later meer.

Het is mij tijdens deze studiereis gelukt om niet te oordelen vanuit mijn westers referentiekader maar onbevooroordeeld te luisteren en kijken naar hoe ze in Japan aan kijken tegen heel herkenbare uitdagingen in de ouderenzorg. Het heeft mij op vele fronten aan het denken gezet en dat zal het ook nog wel even blijven doen. Ik was op pad met nog 13 mensen die in verschillende rollen ook iets doen in de ouderenzorg. Een mooie groep mensen met wie ik ook in de toekomst contact probeer te onderhouden om onze ervaringen te gebruiken bij de transitieopgave voor de ouderenzorg. Ook zij hebben bijgedragen aan een onvergetelijke ervaring. Domo arigato!! Zeer veel dank.

dscf2278

Plaats een reactie