Charlie and his dream

Op de foto mijn nieuwe vriend Charlie

Charlie is een oud prof voetballer die na de voetbalcarrière in Hosanna home is gaan werken in de functie van directeur maar vooral in de rol van huisvader van een heel bijzondere familie.

Net als in veel andere landen heeft ook Japan besloten de ouderwetse psychiatrische ziekenhuizen zo veel mogelijk te sluiten en de patiënten te integreren in de maatschappij. Maar vele van die patiënten hebben meer dan 40 jaar in het ziekenhuis geleefd en hebben grote moeite zich aan te passen aan een samenleving die zij helemaal niet kennen. Hosanna home is een soort half weg huis en misschien het beste te vergelijken met wat de RIBW’s in Nederland doen. Voor een zeer bescheiden budget worden de oud patiënten opgevangen en begeleid. Ze hebben een eigen kamertje, te eten en te drinken en kunnen 7×24 uur terecht bij een handje vol begeleiders als het mis dreigt te gaan. Naast de medische zorg probeert Charlie de oud patiënten te helpen bij de re-integratie.

De grootste zorg van Charlie en zijn team is dat de patiënten maximaal drie jaar in Hosanne home mogen blijven. Na die periode houd de financiering op en worden zij geacht op eigen benen te kunnen staan. Wie de doelgroep ook maar enigszins kent zal begrijpen dat het velen van hen niet lukt om na meer dan twintig jaar in een ziekenhuis met een psychiatrische stoornis niet lukt om in drie jaar zelfstandig het hoofd boven water te houden. Voor hen blijft er dan niets anders over dan een dakloos leven op straat omdat er geen andere voorzieningen zijn.

Charlie hoopt ooit ergens in Tokyo een opvang te kunnen realiseren waar de oud bewoners van Hosanna home de rest van hun leven kunnen blijven. Hij kent ze bij naam en weet dat zij het zonder hulp van buitenaf niet zullen redden of tenminste de rest van hun leven onder erbarmelijke omstandigheden door moeten brengen. Dat kan hij niet aanzien en als hij over zijn droom vertelt zie je hem emotioneel worden. Het “No Limit home” zoals Charlie het noemt zou in een stad als Tokyo waar vastgoed peperduur is zo’n €800.000,- moeten kosten. Helemaal op eigen kracht heeft hij al zo’n €300.000,- bij elkaar gesprokkeld. Maar waar hij de rest vandaan moet halen, geen idee.

Ik zie een bevlogen man met passie voor een zeer kwetsbare groep mensen. Samen met zijn echtgenote is hij 7×24 uur bereikbaar voor “zijn mensen” maar waar haalt hij de tijd en de kennis vandaan om naast zijn veeleisende werk ook nog eens een vernieuwend project te realiseren en het kapitaal te vergaren? Als je er met hem over spreekt zie je de angst zijn droom op te moeten geven in zijn ogen.

Charlie heeft hulp nodig en verdient het ook. Niet voor hemzelf maar voor een grote groep kwetsbare mensen die zonder hulp niet verder kan. Ik weet ook niet waar ik een half miljoen Euro vandaan kan halen voor dit project maar ben geraakt door het verhaal van Charlie. Er zijn vast mensen die wel weten hoe Charlie geholpen kan worden. Ik denk dat hij vooral een coach nodig heeft die weet hoe hij de fundraising zou moeten aanpakken. Die hem in contact kan brengen met de juiste mensen. Een serviceclub zoals #Rotary die hem zou kunnen begeleiden en steunen. Daarom doe ik in mijn blog een oproep, in de hoop dat jullie het willen verspreiden, om Charlie in contact te brengen met mensen die hem verder kunnen helpen.

Op de andere foto’s zie je Charlies team en één van zijn patiënten voor wie hij niet anders wil dan “een glimlach op hun gezicht brengen” zoals hij het zelf zegt.

In the picture my new friend Charlie.

Charlie is a former professional footballer. After his professional football career he went to work in “Hosanna home” in the position of director, but especially in the role of family man of a very special family.

As in many other countries, Japan has decided to close as many of the old psychiatric hospitals and to integrate patients into society. But many of those patients have lived in the hospital for over 40 years and are struggling to adapt to a society that they do not know at all. Hosanna home is a kind of half-way house and perhaps best compared with what the RIBW’s in the Netherlands. For a very modest budget, the former patients are cared for and supervised. They have a private room, to eat and drink and may call upon the handful of supervisors 7×24 when they are in trouble. In addition to medical care Charlie tries to help former patients with the reintegration.

The biggest concern of Charlie and his team is that the patient may remain in “Hosanne home” up to three years. After that period, the financing stops and are supposed to be independent. Those who know what kind of patients we are talking about will understand that many of them are unable to succeed in living independently after being in a hospital with a psychiatric disorder for more than twenty years. For these patients nothing else remains than a homeless living on the streets because there are no other options.

Charlie hopes to realize a shelter anywhere in Tokyo where the old inhabitants of “Hosanna home” can spend the rest of their lives. He knows them by name and knows that they will not manage without outside help or alse have to live the rest of their lives in appalling conditions. He cannot bear that thought, and becomes a bit emotionally while telling about his dream. The “No Limit home” as Charlie calls it would, in a city like Tokyo where real estate is very expensive, costs about € 800.000, – . Entirely on its own strength he raised some € 300.000, – together. But has no ideas how to raise the rest.

I see a passionate man with a dream for a very vulnerable group of people. Together with his wife he is 7×24 on call to “his people” but he doesn’t have the time and knowledge to also try to achieve an innovative project and do the fundraising in addition to his demanding job. If you speak to him about having to give up his dream you can see the disappointment and the tears in his eyes.

Charlie needs help and deserve it. Not for himself but for a large group of vulnerable people who can’t go without help. I also don’t not know where I can get away half a million Euros for this project but I am touched by the story of Charlie. There must be people who do know, how Charlie can be helped. I think he especially needs a coach who knows how he should deal with the fundraising. Someone who could bring him in touch with the right people. A service club like #Rotary that could accompany and support him.

Please help me to point Charlie in the right direction to bring him in contact with the people or groups  who can help him realise an important dream. Feel free to share this blog with anyone!

On the other pictures you see Charlie’s team and one of his patients for whom he has no other wish than “putting a smile on their face” as he puts it.

The day after

Ohayo gozaimasu ofwel goedemorgen. Veel te vroeg wakker geworden in mijn eigen bed met een hoofd vol herinneringen aan een korte maar indrukwekkende studiereis over de ouderenzorg in Japan. Een mooi moment om de belangrijkste indrukken maar eens samen te vatten als mijn huisgenoten nog lekker liggen te slapen.

Wij waren in en om Tokyo en dat is maar een klein stukje van het Keizerrijk. Op het programma stonden drie bezoeken aan huizen van de “Kings Garden” groep. Best bijzonder dat in een land met maar 0,6% christenen juist deze christelijke organisatie de reputatie heeft de beste ouderenzorg te leveren. Het eerste bezoek aan Kings Garden Tsukuba is leerzaam maar geeft ook een inkijkje in de culturele verschillen. De directrice is in de ogen van ons westerlingen afstandelijk en zakelijk. Tijdens de rondleiding door het verpleeghuis en het daarnaast gelegen huis voor mensen met een verstandelijke beperking zie je dat zij vol trots laat zien wat zij hebben opgebouwd. Verhelderende vragen beantwoord zij openhartig en vriendelijk. Als we later onder het genot van een heerlijke lunch doorvragen naar bijvoorbeeld wat de tarieven zijn in om in het huis te kunnen verblijven zie je dat wat zij als impertinente vragen beschouwd op een ontwijkend antwoord kunnen rekenen.  In Japan zijn de vergrijzing en ontgroening nu al op het niveau waarop we in Nederland in 2025 verwachten te zijn. Er moet dus zo is de verwachting met minder mensen voor meer ouderen gezorgd worden. Als je dan bedenkt dat de gemiddelde verblijfsduur in een verpleeghuis daar vier jaar is dan ligt er een enorme opgave. Langer thuis wonen zoals we in Nederland aan het organiseren zijn is nauwelijks een  oplossing in de zeer dicht bevolkte steden waar het woonoppervlak per persoon slechts een fractie is van hier. De Kings Garden groep kiest er voor mensen te zoeken die over de goede karaktereigenschappen beschikken en die op te leiden in plaats van zoeken naar medewerkers die over het vereiste kwalificatie niveau beschikken. Mij valt vooral op dat medewerkers op een vrolijke en speelse manier met de patiënten om gaan. Mogelijk ligt hun kijk op dementie hieraan ten grondslag. Zij zien het meer als een karakterverandering dan als een ziekte en dat vind ik een bijzondere gedachte om nog eens op door te broeden.  Het tweede bezoek aan een verpleeghuis van de Kings Garden groep verloopt openhartiger. De kosten voor een verblijf daar zijn zo’n 300 Euro per cliënt per dag. Dat bedrag komt voor een groot deel uit de zorgverzekering, een klein deel vanuit de gemeente en een deel uit een eigen bijdrage van ongeveer €300,- per maand. Ook Japan kent classificatie systeem  om de zorgzwaarte te bepalen. Wachtlijsten voor een Kings Garden huis kunnen oplopen tot zes jaar en de volgorde van opnemen wordt bepaalt door de urgentie. Ook in Japan stelt de overheid kwaliteitseisen aan de zorg maar die beperken zich eigenlijk alleen tot het aantal medewerkers in dienst in verhouding tot het aantal patiënten. Om meer inhoud te geven aan het begrip kwaliteit kiezen de bezochte huizen er voor om vooral met de eigen medewerkers (wekelijks) te spreken over wat er beter zou kunnen. Mij spreekt dat zeer aan. Niet de kwaliteit door anderen laten voorschrijven maar zelf te blijven bepalen wat goed is en wat beter kan. Zo besloot het team in Nerima de tilliften af te schaffen omdat ze het te onpersoonlijk vonden.

Tijdens ons bezoek aan Kanagawa Welfare Robot zagen wij een elastieken harnas en een exoskelet speciaal bedoeld om de rug van medewerkers te ondersteunen bij tillen en transfers. Ik ben heel nieuwsgierig hoe mijn medewerkers er tegenaan zouden kijken het is immers zo’n andere benadering van het probleem. Natuurlijk was ik ook heel benieuwd naar de toepassing van Robotica en vooral of een robot iets toe zou kunnen voegen. Mijn conclusie is dat ze in Japan veel verder zijn in hun denken over wat je wel en wat je niet door robotica kunt vervangen. Het vrolijke mensachtige en pratende robotje wat wij zagen gebruiken bij een grote groep dagbehandelingspatienten ondersteunde vooral de fysiotherapeut. Er zit een voorgeprogrammeerd oefenprogramma in  die de “warmup” doet de oefeningen en de “cooldown” en deze afwisselt met een vrolijke interactie met de patiënten. Daarnaast is hij/zij uitgerust met een soort “SIRI” zoals op de IPhone. Als de patiënt bijvoorbeeld vraagt wat de weersverwachting is kan deze robot genaamd “Padero” antwoord geven. De toegevoegde waarde zo verteld men ons is dat de voorgeprogrammeerde oefeningen bewezen effectief en verantwoord zijn en dat de therapeut zijn aandacht op de patiënten kan houden.

Nog indrukwekkender wordt het als we op de laatste dag zien hoe elektro stimulatie en een exsoskelet gebruikt worden bij patiënten met een parese. Als directeur van een GRZ instelling besluit ik me daar in de nabije toekomst meer in te verdiepen.

Dan heb ik nog niets gezegd over de ontmoeting met Charlie Tamai directeur van een RIBW achtige instelling met een mooie droom voor een grote groep uit het psychiatrisch ziekenhuis ontslagen mensen maar daarover later meer.

Het is mij tijdens deze studiereis gelukt om niet te oordelen vanuit mijn westers referentiekader maar onbevooroordeeld te luisteren en kijken naar hoe ze in Japan aan kijken tegen heel herkenbare uitdagingen in de ouderenzorg. Het heeft mij op vele fronten aan het denken gezet en dat zal het ook nog wel even blijven doen. Ik was op pad met nog 13 mensen die in verschillende rollen ook iets doen in de ouderenzorg. Een mooie groep mensen met wie ik ook in de toekomst contact probeer te onderhouden om onze ervaringen te gebruiken bij de transitieopgave voor de ouderenzorg. Ook zij hebben bijgedragen aan een onvergetelijke ervaring. Domo arigato!! Zeer veel dank.

dscf2278

Niet het doel maar de reis er naar toe

De laatste studiedag in Japan.
We mogen een beetje uitslapen en gaan de ochtend gebruiken om naar de tempel te gaan, een van de weinige oude gebouwen in het zo door aardbevingen geteisterde Tokyo. Dat betekend weer een stevige poos rijden met trein en metro om het totaal vastgelopen wegennet te ontlopen. De weg naar de tempel is vergeven aan het tobbende middenstands gilde welke met grote ijver hun prullaria aan de langs trekkende toeristen en gelovigen proberen te slijten. In mijn geval zijn dat vruchteloze pogingen omdat ik strikte orders van thuis heb meegekregen geen troep mee te nemen en daar hou ik mij dan ook maar aan. Het tempelcomplex is prachtig en een verademing in het betonnen Tokyo waar we tot nu toe tegen aan mochten kijken. Voor mij is deze stad een vervreemdende wereld. Het lijkt of ieder stukje grond volgebouwd is met flats en kantoren zonder dat ik er een structuur of logica in herken. Niet zelden met drie hoog op elkaar gestapelde wegen en viaducten die op een paar meter van het raam of balkon van een woning op de 7e etage langs lopen. Alleen in de buurt van de haven is hier en daar ruimte gevonden voor een parkje en wat groen. Maar het is deze mensen gelukt om ondanks dat ze met zovelen zo dicht op elkaar wonen een min of meer harmonieuze samenleving te creëren. Zelden hoor je iemand claxonneren of zie je hufterig verkeersgedrag. Niemand, nou ja behalve dan een enkele Nederlandse studiereiziger maar verder niemand loopt door het rode licht. Er wordt niet voorgedrongen bij de metro en nergens ligt rommel op straat. Zo dicht op elkaar leven vraagt om aanpassingsvermogen en respect voor je omgeving.

De lunch gebruiken we, zeer tegen de zin van onze gastheren, in een sushi bar waar de gerechtjes over een lopende band langs komen. Sushi is de Japanse equivalent van de Amerikaanse hamburger. Het is dus fastfood en daar hoor je, je gasten niet op te trakteren. Wij laten het ons desondanks lekker smaken en kijken met verbazing naar de vingervlugheid waarmee de sushi chefs de gerechtjes bereiden. Nog een snel kopje koffie bij een grote Amerikaanse koffieketen die om voor mij volslagen onbekende reden wereld beroemd zijn geworden met het serveren van te grote koppen koffie die uit één hooguit twee koffiebonen getrokken zijn.
Dan vertrekken wij weer met de trein om 50 minuten later (we zijn nog steeds in Tokyo) aan te komen bij een klein ziekenhuis. Onze gids verontschuldigd zich duizend maal en met deemoedige buigingen omdat wij vijf minuten te laat zijn. Een ongekende belediging voor je gastheren hier. Het lijkt ons vergeven te worden en we worden meteen meegenomen naar de oefenzaal van de fysiotherapie. Een wat verlopen ruimte van 5 x 10 meter zonder daglicht. In de ruimte staan een aantal stoelen voor ons en tegenover ons zitten een drietal oudere heren (patiënten) klaar om een demonstratie te geven met de moderne technieken. De opper fysiotherapeut mag onder het toeziend oog van de ziekenhuis directeur en een vertegenwoordiger van de fabrikant het woord doen. De drie oudere heren hebben na een ingreep in het ziekenhuis te horen gekregen dat ze niet meer zelfstandig zouden lopen en rolstoel afhankelijk zouden worden. De eerste patiënt heeft een soort exoskelet aan. Dit skelet helpt hem met het opstaan en lopen en reageert op de weinige prikkels die er nog zijn. Bij de beide andere veel kleinere apparaten maakt men gebruik van elektro stimulatie om het in dit geval onwillige been aan te zetten tot lopen. Ik zal er als ik terug ben eens wat meer informatie over opduiken omdat ik denk dat het in de revalidatiezorg nuttig zou kunnen zijn. Ik ben erg benieuwd of mijn behandelaren daar net zo over denken. Ik was in ieder geval wel onder de indruk want allen drie waren ze in staat een stukje te lopen en hard aan het trainen de actieradius te verruimen.

Na de eerbiedige uitwisseling van visitekaartjes gaan we weer terug naar het hotel voor een fresh up en een rap up. Over die laatste later meer.
Dan snel naar een andere locatie waar we op de 58ste etage met uitzicht over de stad gaan eten. En het bleef nog lang onrustig in Tokyo.

  

Big in Japan 

Je hebt van die dagen dat er een liedje in je hoofd zit wat er maar niet uit wil. “Big in Japan” van Alpphaville uit 1984 was het vandaag. Na een copieus ontbijt in ons hotel werd de groep in drieen gesplitst. Er was een ontmoeting met de Japanse Nurcing assosiation waar Sandra van Beek en Anne Marie Vaalburg naar toe gingen. Een afspraak op de Nederlandse ambassade en een bezoek aan Kanagawa een verpleeghuis waar met financiele hulp van de gemeente met robotica gewerkt wordt. In een stad met 39 miljoen inwoners is reizen per trein en metro misschien wel de enige oplossing. De platte grond van dit trein en metrostelsel lijkt op een tekening van mijn twee jarige kleinzoon. Alsof er iemand met een paar kleurpotloden aan het krassen is geslagen. Je weg vinden in dit doolhof is niet eenvoudig maar gelukkig lopen onze gitsen met zelfverzekerde tred voorop. Die lange Hollanders steken mooi boven de lokale bevolking uit en dus lukt het de groep om in deze mierenhoop van mensen bij elkaar te blijven. We stoppen voor een hek waarachter de trein zo zal stoppen. Voor iedere treindeur is er een poortje. Dan ontdek ik dat wij bij het poortje staan van de “mildly air conditioned car”. Er blijken allemaal keuzes te zijn zo is er ook een wagon voor alleen maar vrouwen en een verwarmde wagon. Achter ons ontstaat een flinke rij forensen en als de trein voor ons stopt zie ik dat die al overvol zit. Als je denkt; dan wacht ik wel een treintje heb je het mis. Achter mij hoor ik “Push, push” roepen en voor je het weet sta je in de trein zonder dat je voeten de grond geraakt hebben. De verbaasde gezichten van de Hollanders werken op de lachspieren van de anders zo stoicijnse Jappaners. Alle haken om je aan vast te houden zijn al bezet maar omvallen kan niet, we zitten als haringen in een ton. Bij de volgende halte komen we terecht in een mixer van uit en instappende reizigers. Hoe dat allemaal goed gaat…..?

In het verpleeghuis worden we ontvangen in een sfeer die doet denken aan het Oostblok van de 30er jaren. Na een korte introductie van de directeur krijgen wij zo’n mondkapje op waarvan je weet dat het niet helpt maar waar de halve bevolking mee rond loopt. Dan gaan we naar de dagverzorging waar naast een 40 tal clienten het voltallige personeel verzameld is rond een robot. Later blijkt dat die allemaal waren komen kijken naar de geheimzinnige delegatie uit Nederland. De robot doet een combinatie van ochtendgymnastiek en een soort quiz met de mensen. Maar het personeel werkt ook actief mee. Het is niet zo zeer ter vervanging van het personeel maar meer ter ondersteuning van het personeel. Japan is zo lijkt het wel wat verder in hun denken over voor welke dingen je wel en voor welke dingen je geen robot in kan zetten.

Ik zal jullie nu niet vervelen met de gedetailleerde bespreking van alle robots en waar ze voor gebruikt kunnen worden. Maar een andere observatie wil ik nog wel met jullie delen. We kregen ook nog een tweetal hulpmiddelen de zien om de ruggen van medewerkers te ondersteunen. Die gebruiken ze omdat ze tilliften patientonvriendelijk vinden. Ze zoeken de oplossing dus in hulpmiddelen aan de medewerker i.p.v. voor de patient. Ik broed nog even wat ik daar van moet vinden. We worden als groep zeker met de steun van ervaren onderhandelaars als Suzanne Kruizinga en Margje Mahler steeds beter in het krijgen van antwoorden die ze eigenlijk niet willen geven. We weten nu ook wat ze kosten en wat ze wel en niet opleveren. Die hele zoektocht naar robotica is ingegeven door de vrees dat er straks te weinig mensen zijn om de groeiende groep ouderen te verzorgen. Ik vraag mij af of dat helemaal waar is. Door de vergrijzing en ontgroening verandert de hele behoefte aan arbeidskrachten. Minder kinderen is ook minder onderwijzers. Minder ouderen die naar hun werk moeten is ook minder busschaufeurs en zo kan ik er nog wel een paar bedenken om nog maar te zwijgen van alle beroepen die gaan verdwijnen door de automatisering. Dan komen er toch weer meer mensen beschikbaar om in de zorg te gaan werken?

Als we het werken in de zorg maar leuk houden en met de club met wie we nu op pad zijn hebben we daar hele goede ambassadeurs voor. Maar eerst moed verzamelen om weer met die trein terug te gaan 😉


  
  

Dag drie met twee bijzondere ontmoetingen.

Na een traditioneel Japans ontbijt wat als avondmaaltijd voor een korps uitgehongerde Huzaren niet zou misstaan vertrekken wij naar het tweede Kings Garden huis midden in Tokyo.

De ontvangst daar is veel minder formeel dan door de directrice in het eerste huis. Hier krijgen wij een inkijkje in hoe het er werkelijk aan toe gaat in deze instelling met zo’n 50 dementerende ouderen, een dagopvang en verpleging thuis. De afdeling is gedateerd. Vier persoons kamers, ook nu Japan streeft naar één persoons kamers, zijn hier nog gewoon. Voor ons westerlingen maakt het allemaal een rommelige indruk maar de medewerkers zien daar toch een orde in die mij ontgaat. Tijdens de rondleiding vertelt de locatie manager, van wie ik alleen een visitekaartje in het Japans heb en dus zijn naam niet kan lezen, over hun specifieke visie. En daar zet hij mij en een aantal van mijn reisgenoten toch even aan het denken. Er komt licht na iedere zonsondergang, we zorgen met liefde, iedereen heeft recht op zijn eigen waardige zorg. Tot zo ver nog niet verrassend maar als hij vertelt wat het team gedaan heeft om dat invulling te geven…. Voor Japanners is baden een belangrijk ritueel. Zij kiezen voor persoonlijk baden zonder technische hulpmiddelen. Een tillift is oncomfortabel en vervreemdend dus die willen we niet meer gebruiken. En sinds we ze afgeschaft hebben gebeuren er minder ongelukken. We leren we de medewerkers hoe ze goed en verantwoord moeten tillen en medewerkers geven aan het plezieriger te vinden. Maar ook, we willen werken zonder luiers en dat lukt alleen als we mensen met grote regelmaat naar het toilet brengen…… Heeft er dan niemand luiers? Nee niemand ! En het rook er prima op de afdeling. Ik moet dit nog even op mij in laten werken zou dat echt kunnen? Verder is het streven dat ze de dromen en de hoop van de patenten waar kunnen maken. En daar gaan ze heel ver in. Hoe ze dat doen? Door met het team voor iedere droom een oplossing te vinden en dat lukt bijna altijd.

Ook hier het verhaal dat zij vooral naar medewerkers zoeken die open staan om echt contact te maken met de clienten. Dat is belangrijker dan kwalificaties. Ben je zo’n medewerker dan neemt Kings Garden je onder haar vleugels en begeleid je in het behalen van de nodige opleidingen. De uitsmijter in de voordracht van de manager zingt nog lang na, wij kijken niet naar dementie als een ziekte maar als een verandering van het karakter zoals je dat ook ziet bij pubertijd. Geeft te denken.

Dan vertrekken we naar het volgende adres ook van de Kings Garden groep genaamd Hosanna. De soort opvang lijkt misschien wel het meest op onze RIBW. De clienten zijn voornamelijk psychiatrische patienten die soms meer dan 40 jaar in de primitieve psychiatrische ziekenhuizen hebben gezeten maar die ziekenhuizen moeten dicht. “Hosanna” is een opvanghuis waar deze mensen maximaal drie jaar mogen blijven en dan moeten ze op eigen benen kunnen staan. Dat lukt natuurlijk nooit en dus is onze gastheer Charlie, een oud profvoetballer bezig ongeveer achthonderdduizend euro bij elkaar te krijgen om voor deze groep die anders als daklozen door het leven moeten een permanente opvang te realiseren.

Het lijkt een hopeloze strijd van een zeer bevlogen mens om iets goeds te doen voor deze uiterst kwetsbare groep. Maar omdat er in dit land nogal wat schaamte en taboe heerst rond psychiatrisch zieken is hij een roepende in de woestijn.

Zijn verhaal grijpt ons allemaal aan. Niet alleen vanwege zijn oprechte betrokkenheid en zijn zelfopoffering. Mij grijpt ook wel aan dat Charlie geen idee heeft hoe hij zijn verhaal over het voetlicht kan krijgen. Ik besluit om te kijken of ik straks op 12.000 km afstand toch niet iets kan doen om hem in zijn mooie werk verder te helpen. Dat zal niet mee vallen en ik kan alle hulp gebruiken om Charlie en de clienten van Hosanna Home verder te helpen. Ik hoor graag van jullie.


Dag 2 in Japan

Na een lange vlucht en een flinke treinreis aangekomen in Tokyo en beginnen we het programma met een spoedcursus omgangsvormen in Japan. De eerste woordjes Japans, de kunst van het begroeten de do’s en dont’s.

Dan eindelijk naar bed.

Vanmorgen gaan we met de bus naar Kings Garden. Een centrum met verschillende vormen van zorg voor ouderen intramuraal en extramuraal met daarnaast een soortgelijk centrum voor mensen met een verstandelijke beperking.
Het gebouw is bijna 40 jaar oud en dat zie je. Ik waan mij weer in een zorginstelling aan het begin van mijn carrière. Lange gangen en centraal gelegen zusterposten die een rommelige indruk maken. Maar dat maken de medewerkers ruimschoots goed in een mooie combinatie van trots en bescheidenheid. Wat meteen op valt is dat iedereen in de organisatie zich verantwoordelijk voelt voor het geheel en niet alleen voor de eigen taak.
Best lastig om de Hollandse bril van kijken naar een zorginstelling af te zetten en te gaan zoeken naar wat wij van dit voor Japanse begrippen bijzondere huis kunnen leren. Wat mij als eerste op is gevallen is het verschil in filosofie.

Cliënten blijven een bijdrage leveren aan de maatschappij. Iedere bijdrage, hoe klein dan ook is van waarde dat beleven de ouderen zo en dat waardeert de samenleving ook zo. Of het nu de in de regio vermaarde, en overigens heerlijke, koekjes zijn die ze maken en verkopen. Of de soms wat primitieve kunst die te koop is. Ze denken niet in activiteitenbegeleiding en zinvolle dagbesteding, ze gaan uit van het leveren van een bijdrage naar vermogen aan de samenleving.
Ook Japan heeft het moeilijk om aan voldoende en gekwalificeerd personeel te komen. De directrice legt ons uit dat zij mensen vooral selecteert op hun communicatie vaardigheden en de wil om te leren. Als je aan die twee eisen kunt voldoen leren ze je hier het vak.

Je ziet dat Medewerkers zich hier verantwoordelijk voelen voor kwaliteit en pakken die verantwoordelijkheid op zonder een opdracht van boven of een aanzegging van buiten. Met grote regelmaat zitten ze bij elkaar om problemen of verbeterpunten te bespreken. De verandering komt van binnen uit en past goed bij het streven van Japanners om in alles harmonie te hebben. Voor die harmonie zal het ego van het individu moeten wijken en staat het collectief van de groep voorop.

In mijn zoektocht naar nieuwe organisatievormen kom ik daar in Nederland ook steeds meer van tegen. Of dat nu gaat onder de vlag van Zelfsturing of Rijnlands werken. Het gaat om nieuwe samenwerkingsvormen maar misschien nog wel meer over de grondhouding in die samenwerking.

Ik heb een hoop om over na te denken en dat doen we vanavond in een heel bijzonder en traditioneel hotel.


  

Verslag studiereis Japan

Van 6 tot 12 maart 2016 ga ik mee op een studiereis over ouderenzorg naar Japan. Een bijzondere uitnodiging en dat maakt schatplichtig. Over de belevenissen, ervaringen en de geleerde lessen ga ik als first time blogger een verslag bij houden. Meestal serieus en soms met een knipoog maar altijd onder de noemer; “Als je (kennis) niet kan delen kun je ook niet vermenigvuldigen.

25% van de Japanners is 65 jaar of ouder en over een paar jaar is dat ook zo in Nederland. Wat kunnen wij van ze leren?
Of het nu gaat om de relatief ‘fitte’ oudere (speciale contracten voor ouderen om zo lang mogelijk te blijven werken) of een
het Japanse Dream Lake Village waar ouderen punten kunnen sparen door zich bezig te houden met allerlei activiteiten. Japan wil de oudere zo lang mogelijk zelfredzaam houden.
Maar ook voor de kwetsbare oudere is Japan een bestemming waar ik veel van hoop te kunnen leren. Hoewel de familie van oudsher voor ouderen zorgt zijn er innovatieve woonvormen ontwikkeld en speelt ook robotica een steeds grotere rol in de ouderenzorg.

En robot voor stervensbegeleiding zal in de Nederlandse cultuur op veel weerstand kunnen rekenen maar in Japan is het volkomen geaccepteerd. Het zal een heel avontuur worden om ondanks de grote culturele verschillen tussen Japan en Nederland objectief te blijven kijken naar wat wij van deze oude beschaving kunnen leren.

De voorbereidingen zijn in volle gang. Ik leer van alles over de zeden, omgangsvormen en gebruiken van Japan en realiseer mij met het schaamrood op de kaken dat ik vorig jaar toen er een tiental Japanse werkers in de gezondheidszorg op werkbezoek in Naarderheem kwamen, ik een enorme blunder heb gemaakt. Toen het gezelschap plaats genomen had aan de vergadertafel pakte ik achteloos uit mijn binnenzak een stapeltje visitekaartjes en gaf de stapel door met de mededeling “pak er maar eentje af en geef maar door”. Vervolgens kwamen mijn gasten één voor één met een beleefde buiging, hun visite kaartje met twee handen aan mij aan bieden. Zij zijn trots mij, als vertegenwoordiger van hun bedrijf, een visitekaartje te mogen overhandigen. Zo’n misser zal ik niet meer maken maar ik heb ook niet de illusie foutloos te kunnen blijven in de complexe en verfijnde omgangsvormen in het land van de rijzende zon.

Ben je benieuwd naar onze ervaringen, volg dan dit Blog. Ik ben benieuwd naar je reacties.

Marco Wisse

ScreenShot 1001