Dag drie met twee bijzondere ontmoetingen.

Na een traditioneel Japans ontbijt wat als avondmaaltijd voor een korps uitgehongerde Huzaren niet zou misstaan vertrekken wij naar het tweede Kings Garden huis midden in Tokyo.

De ontvangst daar is veel minder formeel dan door de directrice in het eerste huis. Hier krijgen wij een inkijkje in hoe het er werkelijk aan toe gaat in deze instelling met zo’n 50 dementerende ouderen, een dagopvang en verpleging thuis. De afdeling is gedateerd. Vier persoons kamers, ook nu Japan streeft naar één persoons kamers, zijn hier nog gewoon. Voor ons westerlingen maakt het allemaal een rommelige indruk maar de medewerkers zien daar toch een orde in die mij ontgaat. Tijdens de rondleiding vertelt de locatie manager, van wie ik alleen een visitekaartje in het Japans heb en dus zijn naam niet kan lezen, over hun specifieke visie. En daar zet hij mij en een aantal van mijn reisgenoten toch even aan het denken. Er komt licht na iedere zonsondergang, we zorgen met liefde, iedereen heeft recht op zijn eigen waardige zorg. Tot zo ver nog niet verrassend maar als hij vertelt wat het team gedaan heeft om dat invulling te geven…. Voor Japanners is baden een belangrijk ritueel. Zij kiezen voor persoonlijk baden zonder technische hulpmiddelen. Een tillift is oncomfortabel en vervreemdend dus die willen we niet meer gebruiken. En sinds we ze afgeschaft hebben gebeuren er minder ongelukken. We leren we de medewerkers hoe ze goed en verantwoord moeten tillen en medewerkers geven aan het plezieriger te vinden. Maar ook, we willen werken zonder luiers en dat lukt alleen als we mensen met grote regelmaat naar het toilet brengen…… Heeft er dan niemand luiers? Nee niemand ! En het rook er prima op de afdeling. Ik moet dit nog even op mij in laten werken zou dat echt kunnen? Verder is het streven dat ze de dromen en de hoop van de patenten waar kunnen maken. En daar gaan ze heel ver in. Hoe ze dat doen? Door met het team voor iedere droom een oplossing te vinden en dat lukt bijna altijd.

Ook hier het verhaal dat zij vooral naar medewerkers zoeken die open staan om echt contact te maken met de clienten. Dat is belangrijker dan kwalificaties. Ben je zo’n medewerker dan neemt Kings Garden je onder haar vleugels en begeleid je in het behalen van de nodige opleidingen. De uitsmijter in de voordracht van de manager zingt nog lang na, wij kijken niet naar dementie als een ziekte maar als een verandering van het karakter zoals je dat ook ziet bij pubertijd. Geeft te denken.

Dan vertrekken we naar het volgende adres ook van de Kings Garden groep genaamd Hosanna. De soort opvang lijkt misschien wel het meest op onze RIBW. De clienten zijn voornamelijk psychiatrische patienten die soms meer dan 40 jaar in de primitieve psychiatrische ziekenhuizen hebben gezeten maar die ziekenhuizen moeten dicht. “Hosanna” is een opvanghuis waar deze mensen maximaal drie jaar mogen blijven en dan moeten ze op eigen benen kunnen staan. Dat lukt natuurlijk nooit en dus is onze gastheer Charlie, een oud profvoetballer bezig ongeveer achthonderdduizend euro bij elkaar te krijgen om voor deze groep die anders als daklozen door het leven moeten een permanente opvang te realiseren.

Het lijkt een hopeloze strijd van een zeer bevlogen mens om iets goeds te doen voor deze uiterst kwetsbare groep. Maar omdat er in dit land nogal wat schaamte en taboe heerst rond psychiatrisch zieken is hij een roepende in de woestijn.

Zijn verhaal grijpt ons allemaal aan. Niet alleen vanwege zijn oprechte betrokkenheid en zijn zelfopoffering. Mij grijpt ook wel aan dat Charlie geen idee heeft hoe hij zijn verhaal over het voetlicht kan krijgen. Ik besluit om te kijken of ik straks op 12.000 km afstand toch niet iets kan doen om hem in zijn mooie werk verder te helpen. Dat zal niet mee vallen en ik kan alle hulp gebruiken om Charlie en de clienten van Hosanna Home verder te helpen. Ik hoor graag van jullie.


Een gedachte over “Dag drie met twee bijzondere ontmoetingen.

Plaats een reactie